Verhalen uit een nieuw land - Reisverslag uit San Pedro de Atacama, Chili van Erwin & Irene - WaarBenJij.nu Verhalen uit een nieuw land - Reisverslag uit San Pedro de Atacama, Chili van Erwin & Irene - WaarBenJij.nu

Verhalen uit een nieuw land

Blijf op de hoogte en volg Erwin & Irene

07 Januari 2013 | Chili, San Pedro de Atacama

Dat we in Chili waren hadden we al gemeld, naar wat we hier tot nu toe beleefd hebben volgt hieronder. Bedankt voor alle goede wensen en reacties !

We gingen dus op weg naar Chili, via de Agua Negra pas. De Argentijnse douane treffen we al na een kilometer of 20, 'slechts' 100 kilometer voor de echte grens. Daar vinden we ook foldertjes over wat wel en niet de grens over mag in Chili. Komt er zo'n beetje op neer dat je geen verse spullen mee mag nemen en altijd een kruisje moet zetten bij 'ja, ik heb iets dierlijks of plantaardigs bij me.' 40 kilometer na de douanepost is nog een controle waar we nog een briefje in moeten leveren. We hebben een paar honderd meter eerder nog geluncht, dus de douanemeneer die herhaaldelijk zegt dat hier de laatste schaduw is tot aan de andere kant moeten we teleurstellen. D'r komen.vast niet zoveel mensen langs, dus hij is vast een beetje eenzaam. We wensen hem alvast een feliz navidad, waar hij blij verrast op reageert en rijden weer verder.

Wat een geweldige route. De onverharde weg kronkelt de laatste kilometers tussen besneeuwde vlakken die, als je dichterbij komt, uit allemaal verschillende sneeuwpiekjes blijken te bestaan. Aan de overkant van de vallei tonen de bergen zich pastelachtig rood, geel en bruin dat zachtjes in elkaar overgaat, alsof het verf is die naar beneden vloeit.
Op de top, 4779 meter hoog wacht ons een verrassing: een uitgeputte Japanner, degene die we een paar dagen geleden bij de Cuesta de Miranda tegen kwamen. Bij de vraag hungry ?, knikt hij heftig en de mueslikoekjes verdwijnen rap in zijn mond. Ook ons zakje pinda's propt hij dankbaar in z'n onafscheidelijke en enorme heupbuidel, die hij tijdens het bandenplakken in Chilecito ook al steeds om had. Hij blij, wij blij, want we waren al bang dat we die niet mee Chili in mochten nemen.

We zijn in Chiliiiiiiiiiii !
Bij de afdaling kunnen we een paar keer kiezen voor een korte, steile of langere, minder steile variant. Een beetje hard of soft zoals bij de enduro :-). We kiezen steevast voor de kortste route, maar hopen dat de Japanner dat niet doet of heeeeele goeie remmen heeft.
We moeten inmiddels flink doorrijden, want de Duitsers hebben ons verteld dat de Chileense douane om 6 uur dicht gaat. De onverharde weg rijdt gelukkig prima en met een lekkere snelheid - Erwin is zelfs verbaasd dat ik hem redelijk bij kan houden - knallen we het hooggebergte uit. Tuurlijk stoppen we zo nu en dan voor een foto, bijvoorbeeld bij een lagune waar twee zwitsers met hun vrachtwagencamper staan te kamperen. Mooie stek !
Om 5 voor 6 komen we bij de douanepost aan, pfoeiiii, gehaald ! We verwachten iedereen met jas en tas te treffen, maar de boel blijkt daar helemaal nooit te sluiten. Stomme Duitsers, ze hadden in Rodeo ook al allemaal nuttige info over Chili in de vuilbak gekieperd !

Terwijl Erwin zijn tassen laat controleren op verboden waren wordt ook mijn motor in het systeem gezet. Even later zet ik ook een kruisje bij 'ja' en worden mijn tassen doorzocht. Goedgekeurd rijden we langs de eerste terrassen met Chileense druiventakken, die hier niet voor de wijn bestemd zijn, maar voor de Pisco. Vanwege de permanente harde wind zijn de terrassen ingepakt met bruin doek, niet zo'n mooi gezicht.
Op naar Vicuña, waar we moeten kunnen kamperen in de tuin van een hostel. Gelukkig is de tuin ernaast van dezelfde mensen want de kampeertuin staat vol water voor de plantjes en het gras. In het stadje nemen we, zoals we inmiddels gewoon zijn, een empanada vooraf, niet wetende dat Chileense empanadas 3 of 4 keer zo groot zijn als Argentijnse.... De Pastel de Choclo, mais-met-vlees-stoofpot, die we toch eens geprobeerd moeten hebben volgens de reisgids, viel daarna wat zwaar. Chili is niet goedkoop, dat merkten we gelijk al, maar dat het bier in kleine flesjes verkocht wordt is toch wel echt wennen. Wel grappig dat we de prijzen eerst omrekenen naar Argentijnse pesos en dan naar euro's.

De volgende ochtend gaat Erwin op zoek naar ontbijt komt terug met een heuse pot nutella ! Dat is lekkerrrrrrrr. Even later kopen we bij een roadside groentekraam, onze eerste chileense palta, zo heet avocado hier, hmmmm heerlijk. Vreemd, opeens zegt de gps dat we nog maar op 250 meter hoogte zitten, zo laag zijn we in geen maanden geweest ! Waar de zee in de verte nog net niet te zien is nemen we een binnendoorweg slingerend door de heuvels naar het zuiden. Het kustplaatsje Guanaqueros leek ons op de kaart wel een geschikte plek om de kerstdagen door te brengen. Het was even zoeken naar een fijne en vooral betaalbare camping. Die van 28000 vonden we toch iets te duur (zo'n 280 argentijnse pesos, ruim 40 euro dus), inclusief privébadkamer weliswaar, maar bijna geen schaduw. De volgende is nog dicht (gek, het hoogseizoen zou toch net begonnen zijn), maar de derde kost 15000, veel schaduw, privébadkamer, én zicht op het strand. Er is verder niemand ! In het dorp, waar we over het strand naartoe lopen, is het ook stilletjes, met uitzondering van de haven, daar barst het van de pelikanen ! Verderop op het water zien we vogels die zich het water in storten voor een visje.

Onze tweede ochtend in Chili is het kerstochtend, gek hoor, zo aan zee met een lekker temperatuurtje. Gisteren viel ons in het dorp al op dat we ons in gevaarlijk gebied bevinden. Overal hangen bordjes met 'Tsunami hazard' en vluchtroutes de berg op.
Als we die ochtend opeens een alarm horen gaan schrikken we toch effe en houden achterdochtig het geluid van de zee in de gaten. Oef, gelukkig, ja, we horen steeds weer de golven op het strand beuken. Ohh, wacht effe, het is twaalf uur, enneh...was die ramp een paar jaar geleden niet ook met kerst ? De volgende dag om 12 uur gaat het alarm weer, het is hier dagelijks de eerste maandag van de maand dus !

Om een uur of twee gaan we naar het dorp om eens lekker uit eten te gaan. We kunnen het extra-kerst-breed laten hangen door een genereuze toelage van Erwins opa. We genieten van een heerlijk kerstlunch-diner, rond dezelfde tijd dat iedereen in Nederland ook zo'n beetje aan tafel zit. Als aperitief drinken we onze eerste pisco sour en bij de visschotel nemen we een goeie fles Chileense sauvignon.
Licht beneveld struinen we over het strand terug naar ons plekje. Zo zou kerst altijd wel mogen zijn, maar dan met familie wat dichterbij...

Aan tweede kerstdag doet men niet in Chili en da's mooi want we hebben geld nodig. Goede reden om maar het stadje Tongoy een paar kilometer verderop te gaan, in Guanaqueros is namelijk geen geldautomaat. Twee kilometer voor het stadje mogen we niet verder, alleen voetgangers mogen momenteel de Mecanobrug over die bovenop de oude ingestorte brug ligt. Nou ja, dan lopen we het laatste stuk toch ? Er staat politie bij, dus de motor staat ook vast wel veilig. Wat een mazzel dat we vandaag in 'brommermodus' met z'n tweeën op één motor gegaan zijn, geen pak en laarzen, wel veilig met helm, handschoenen en wandelschoenen.

Van de wandeling hebben we honger gekregen en er zijn een paar visrestaurants bij de haven die ons graag allemaal als lunchklant willen en ze denken ons binnen te kunnen halen door druk met hun menukaart te wapperen.
We nemen gewoon maar de eerste die we tegen komen en nemen het menu. Gelukkig mogen we een ander voorgerecht dan de empanada met zeevruchten (Erwin is allergisch en ik vind het niet lekker, maar dat zeg ik natuurlijk lekker niet) en we krijgen een heerlijk kipslaatje met veel palta. Geen wijntje d'rbij want we zijn op de motor.

We wandelen nog even maar de pier, waar ook hier weer veel pelikanen dobberen, fladderen en zelfs in de vuilcontainer zitten op zoek naar wat visafval.
We zien ook mannen en vrouwen druk bezig met een vies klusje. Ze hebben een grote klomp van iets uit de zee, waar kennelijk een rode lekkernij in verstopt zit. Van elke kant worden kapjes eraf gesneden, vinger in het gat, rond draaien en de vrucht tsjopt eruit en wordt in een bak water gegooid. De restanten werden zo de haven ingekiept, waar we opeens ook nog een zeeleeuw (of is het een -hond?) zien rondzwemmen. We wandelen nog wat over het schiereiland, drinken een kopje koffie en lopen door de inmiddels opgekomen middaghitte terug naar onze motoren. We hebben inmiddels buren gekregen, 2 plaatsjes verderop: een Chileens-Duits stel en het zoontje heeft een plastic pijl-en-boog waar Erwin best jaloers op is. Aan het begin van het pad kampeert ook nog een familie, ze slapen gewoon met z'n zessen in de behuifde bak van het kleine vrachtwagentje in plaats van in een tent.

Ondanks dat het paradijslijk rustig is in Guanaqueros pakken we de boel maar weer eens in en gaan op pad. Alleen een beetje vervelend dat Erwin zijn motorsleutels kwijt is. Met een hark ploeg ik onze zanderige kampeerplek nog om, best warm al met motorpak aan, maar helaas. De campingmeneer weet ons gerust te stellen: die vinden we meestal na een paar maanden helemaal verroest weer terug. Gelukkig heb ik een extra contactsleutel aan mijn bos, dus kunnen we weg, zonder de reservebos op te hoeven graven uit de krochten van onze bagage.

Waar de Panamericana Highway voor sommige reizigers een doel op zich is (zoals dat voor ons de ruta 40 deels was) proberen wij em juist te vermijden. Het is zo ongeveer de enige weg die noord-zuid loopt en er is dus ook veel verkeer. Maar zo nu en dan moeten we wel. Gelukkig kunnen we naar La Serena een andere weg nemen. Niet dat die lekker rustig was, maar de afstand naar La Serena was gelukkig niet al te groot. We gaan naar La Serena om banden te zoeken, Erwin moet nodig een nieuwe achterband en ik een nieuwe voorband; hij geeft meer gas en ik rem vaker, vandaar ! Aan de toegangsweg naar de stad zien we zo al vier motorzaken, dus de bandenmissie moet hier wel slagen.

Winkels zijn hier pas in de namiddag weer open dus eerst verkennen we de stad. Helaas geen Grido-ijsjeswinkel hier, maar wel lekkere empanadas die in zo ongeveer elk winkeltje verkocht worden. Om een uur of vier lopen we richting de motorzaken. Bij de eerste hebben ze best veel, maar niet dezelfde voor- en achterband, bij de tweede alleen een voorband, bij de derde helemaal geen banden en bij de vierde, we zijn inmiddels 5 kilometer aan de wandel, liggen mooie banden. Erg duur, omgerekend bijna 200 euro voor een set, maar we mogen dan wel gebruik maken van het gereedschap daar, inclusief de bandenmachine, wat een hoop werk scheelt. We nemen een taxi, of beter gezegd een collectivo, een auto die een vast traject rijdt en waarvoor je een vaste prijs betaalt, naar het hostel en gaan op de motoren terug naar de motorzaak, die trouwens KTM- en Husabergdealer is. We hoeven alleen de wielen eruit te halen, de monteur doet voor ons de rest. We babbelen een beetje met hem en de Zwitsers die we in Argentinië tegen kwamen in de kloof bij Cafayate blijken hier een paar dagen geleden geweest te zijn voor een beurt voor hun KTM's. De goeie man doet z'n best ware het niet dat mijn voorband steeds niet goed zit en dat hij dat niet ziet. Met uiteindelijk een heleboel sop om de band beter op de velg te laten glijden en heel veel lucht in de band plopt de band er om half acht 's avonds op. Ik ben bang voor een dikke rekening voor arbeidsloon, maar na snel de wielen weer gemonteerd te hebben en een ferme handdruk van de verkoper te krijgen, rijden we zonder extra te betalen het hek uit. Wat zijn we blij dat we niet zelf bij het hostel met ons fietspompje met die band aan het klooien geweest zijn !

's Avonds is het enorm druk in de stad. Er blijkt een brandweerman overleden te zijn en alle brandweerlieden uit de wijde omtrek zijn aangetreden om eer te betonen. Ze trekken marcherend langs de kist, allemaal in hun eigen gala-uniform, soms stokoud en versleten, of te groot, soms een korps van meerdere mensen, anderen maar met z'n tweetjes, kennelijk uit een of ander gehucht. De kist wordt daarna een stuk de stad door gereden met alle brandweerwagens achteraan. Best indrukwekkend allemaal.

We hebben het wel weer gezien in de stad, op maar de natuur !
Om de Panamericana weer een beetje te vermijden nemen we een ommetje door de bergen noordwaarts. Helemaal afsnijden zou volgens de ene kaart wel mogelijk zijn via een 'trail' en volgens de andere kaart helemaal niet, dus besluiten we dat maar niet te doen. We willen naar Punta Choros, een kustdorpje van waaruit we de eilanden van het NP Pinguino de Humboldt willen bezoeken, juist, om pinguins te zien ! Maar eerst voert ons ommetje ons langs een enorme mijn. Onvoorstelbaar hoe het landschap hier aangetast wordt voor het delven van mineralen. Bergen worden afgegraven en fijngemalen even verderop weer neergestort. Erg begrijpelijk dat ze daar in Argentinië fel op tegen zijn, maar vanuit economisch oogpunt hier ook wel weer begrijpelijk. Chili is dankzij de mijnbouw immers het rijkste land van Zuid-Amerika.

Voor de mijnbouw worden enorme kiepwagens gebruikt en als Erwin er een paar op een terrein ziet staan, moet hij er natuurlijk even naast staan. Dat er aan de andere kant een bewaker wild staat te zwaaien ziet hij natuurlijk helemaal niet. De bewaker is niet blij, het is daar hartstikke gevaarlijk en je mag niet zonder bestemming bij de 'machinas' komen. Na een beetje vriendelijk doen mag het toch wel en kan Erwin veilig bij de enorme dumptrucks poseren. De weg wordt na de mijn smaller en slechter en da's jammer want mijn rechterhand heeft duidelijk een off-day. Langzaam trekken we over het pad door de bergen om uiteindelijk weer aan de kust uit te komen. In het plaatsje Las Hornos (de ovens) moeten we vast lekker kunnen eten.

Met uitzicht op wederom een hongerige kluit pelikanen die hun koppen simultaan op en neer bewegen op de snijbewegingen die de visschoonmaker op de pier maakt, smullen wij van ons visje.
Volgens de LP is de weg naar Punta Choros een 'rough piste' maar de wegenbouwers van Chili hebben hier goed werk gedaan. We rijden over een mooie harde kleiweg, het lijkt wel of ze die hier nog van een laagje teer ofzo voorzien, zo vlak. De laatste 15 kilometer, als de weg parallel aan de kust loopt, is het een gravelpiste en alleen vlak voor het dorp ligt er veel zand op de weg dat uit het verderop gelegen duin is gestoven. Als we in het dorp stilstaan om te kijken waar we kunnen kamperen horen we de bel van de ijsboer. Oh nee, dat is hier de gasflessenverkoopmeneer. Gasleidingen door een dorp hebben we hier nog niet gezien, aan alle geisers en fornuizen hangt een gasfles.

We slaan ons tentje op onder de schaduwdoeken van een camping in het dorp. Aan het strand zijn ook diverse campings, maar het waait hier best en 's avonds zal het daar nogal koud zijn. De meneer van de camping regelt gelijk voor ons dat we morgenochtend met een iets luxere boot op excursie kunnen.

We moeten best vroeg op want om 9 uur moeten we in de haven zijn. Eerst toegang kopen tot het nationaal park en dan wachten op de twee laatste passagiers voor de boot. We zijn met z'n tienen en de boot zit niet eens echt vol. Dat valt mee want we hadden gelezen dat het erg druk kan zijn. We zijn ook het enige bootje dat richting de twee eilanden vaart. Het eerste eiland mag alleen vanaf zee bekeken worden. We zien verschillende soorten cormoranten, aalscholvers dus en kunnen van dichtbij zien hoe een jong gevoerd wordt. Verder zien we veel pinguins, pelikanen, zeehonden en -leeuwen en ook de duikvogels die we in Guanaqueros in actie zagen.
Nooit geweten dat vogelpoep zo kan stinken, zelfs op meters afstand is de stank overweldigend.
We varen een heel eind om het eiland heen op zoek naar dolfijnen die hier ook zouden moeten zijn. Ik begin me al een beetje groen te voelen als we eindelijk bij het tweede eiland voet aan wal zetten, helaas zonder een dolfijn gezien te hebben. Op het tweede eiland mogen we een uur rondlopen en worden dan weer opgehaald door ons bootje dat net een verse lading toeristen op het eiland afzet. Als we wegvaren zien we nog een zee-otter maar steeds als Erwin een foto wil maken duiktie onder. Op zee zien we tal van andere bootjes, we waren dus gewoon erg vroeg, vandaar dat het zo rustig was.
We zien nog hele zwermen kleine zwemvogels die maar net iets boven water kunnen vliegen. En ja hoor, daar zijn dan eindelijk, de dolfijnen ! We varen een flink stuk met ze mee en Erwin die op de boeg foto's zit te maken ziet er de hele tijd eentje rond de boeg spelen.

De volgende dag rijden we via dezelfde weg terug naar de Panamericana want volgens de cabanameneer is een deel van de kustweg echt niet te doen. Daarna volgt een vooral saai stuk Panamericana, met een paar leuke stukken, tweebaans met enorme bochten de berg op was wel leuk. Via weer een mooie harde kleiweg, rijden we vanaf Huasco weer tussen kust en bergen richting Carrizal Bajo, waar een camping moet zijn. De kust is echt prachtig, rechts bergen en links bizarre rotsen met daarachter de zee. Er loopt een piste dwars doorheen dus die volgen we een stukje slingerend tussen de rotsen door tot we vanzelf weer bij de weg uitkomen. Als we bij NP Llanos de Challe komen, blijk je daar tussen de rotsblokken te kunnen kamperen onder mooi aangelegde afdakjes. Met de tarp als windscherm zitten we ook 's avonds lekker beschut. Nog even naar het dorp Carizal Bajo verderop gereden, voor een paar blikjes bier en wat water. Geen camping te zien daar, maar wel allerlei protestborden dat ze er luz willen. Sommige dingen zijn hier dus nog niet zo goed geregeld......

De laatste dag van het jaar is aangebroken! Ook dat voelt hier niet zo feestelijk als thuis. We besluiten het toch maar in 'de grote stad' onder de mensen te willen vieren, in plaats van hier, in the middle of nowhere. De mooie kust strekt zich weer verder voor ons uit en op ons gemakje rijden we naar Caldera. Wat ons onderweg steeds opvalt, naast de schrikbarende hoeveelheid bermmonumenten, is dat er steeds hele kleine houten bordjes in de berm staan, een soort hectometerpaaltjes, maar dan soms op de 20 meter. Geen idee waar dat voor is, misschien iets met eigendom ofzo ?
We overwegen nog even in Bahia Inglesia te overnachten, maar dat is vooral mij toch iets te toeristisch en discothekerig. In Caldera is het even zoeken naar een hotel en uiteindelijk geven we er ons hele dagbudget aan uit. Maar we hebben wel een warme douche !

Om een uur of vijf eten we een visje met salade en hangen daarna nog even op de boulevard, waar een flinke geluidsinstallatie wordt neergezet en het bier her en der al rijkelijk vloeit. Aan de andere kant van het strand zien we het engelse gezin waar we eergisteren mee op de boot zaten. We zwaaien nog maar ze zien ons niet. Later blijken er in hetzelfde hotel te overnachten. Ze zouden eigenlijk de bergen in gaan, maar hun dochter kreeg al snel last van hoogteziekte. Wat een toeval dat we ze hier treffen !
Als het wat frisser wordt zoeken we onze hotelkamer op in afwachting van middernacht. We hebben geen oliebollen of appelflappen, maar dit is wel DE avond om de zak drop die we al 4 maanden onaangebroken met ons mee voeren open te maken. Nog bedankt he, Arjan&Martine! En niet veel later is de zak natuurlijk helemaal leeg.....

Om 11 uur storten we ons in het feestgedruis met, heel bescheiden, 4 blikjes bier. Iedereen gaat richting boulevard en strand, dus wij ook. Om 12 uur trekken we blikje 3 en 4 open terwijl een of andere dronken lor tegen Erwin aan staat te brabbelen, weg romantiek, oprotten joh ! Van de mensen naast ons mochten we sjampoepel, maar no gracias, we hebben cerveza, Feliz Año ! Even na twaalven barst het vuurwerk boven de haven los. Mensen zelf hebben alleen van die buizen waar confetti uit komt en spuitbussen met schuimslierten, die het na één keer spuiten al niet meer doen. Maar dan kan je mekaar natuurlijk nog wel met het drijfgas bespuiten, of gewoon een spuitbus deo gebruiken, uche uche. In Argentinië werd vuurwerk nog weken geleden op straat op een tafel verkocht dus we warem voorbereid op veel geknal op z'n hollands. Maar zo is het eigenlijk erg leuk met het collectieve ge-oh en ge-ah en al die filmende mobieltjes waren ook een grappig gezicht.

Geen superuitgebreid nieuwjaarsontbjjt helaas, maar een broodje, een pakje sap en een mueslireep.
Bij onze eerste stop,een strand waar grote granieten rotsblokken liggen met zwarte stippen erop, een of ander geologisch fenomeen, pakken we de keuken uit om een lekker bakkie koffie te zetten. De koekjes deelden we met vijf hongerige puppies die er rond liepen.
Ook hier loopt weer een mooi pad langs de lust, maar hier is wel veel zand tussen de rotsen, of beter gezegd, er zijn rotsen tussen de duinen. In het mulle zand staat een auto helemaal vast en Erwin helpt maar even duwen. Verderop moet hij mij te hulp schieten, want ik zit tot twee keer toe bergop hartstikke vast in het woestijnzand. Ja woestijn, we zijn intussen in de Atacamawoestijn volgens onze kaart.

Er zijn nog meer geologische fenomenen te aanschouwen langs de weg richting onze volgende stop, het NP Pan de Azucar, yep weer een. Nationaal Park. Zo is er een hoop rotsen met gaten, waar je allerlei dieren in zou moeten kunnen zien. Er staan zelfs bordjes bij, maar je hebt vast een paar wijntjes nodig om het ook echt te zien.
We hadden gehoopt in een van de kustdorpjes onderweg nog een visje te kunnen eten, maar er was niet echt iets te vinden. Ook in Chañaral, zo'n 20 kilometer voor het NP was maar weinig open. Maar een visje met sla en rijst was gelukkig wel te vinden. Twee enorme baaien tegen de rotskust later begint het NP waar je op vier plekken kunt kamperen. Verder is er alleen een Caleta, een nederzetting met wat huisjes en 2 restaurantjes. We slaan ons tentje maar weer eens op onder een afdakje aan het strand tussen de rotsen, waar weer ontelbaar veel sterren te zien zijn als de nacht valt.

Uitslapen kan hier goed, want het is 's morgens steeds bewolkt en dus nog lekker koel in ons tentje.
We hebben nog steeds ei- en melkpoeder van thuis en bakken lekkere appelpannenkoeken voor ontbijt. We pakken de motor en rijden 10 kilometer verderop naar de parkeerplaats en wandelen vandaar naar de Mirador 2,5 kilometer verderop. Onderweg zien we ver weg op de heuvel een paar guanacos. Hagedisjes laten zich makkelijker fotograferen en de vele cactussen ook. Bij de mirador genieten we van het uitzicht, limonade en koekjes en wandelen weer terug. We eten weer een lekker visje aan de Caleta en brengen de middag luierend bij onze quincho door. We kijken ook alvast maar de route voor de komende dagen; dat wordt een lang end tussen hier en Antofagasta en vandaar naar Peine en San Pedro de Atacama. Benzine zou wel eens een probleem kunnen worden. Bij de plastic-vuilbak vinden we een 3 litercolafles en bij de damestoiletten staat net zo'n sprite-fles. Die kunnen we mooi gebruiken voor benzine op de lange afstanden.

Onze Duitse buren gaan naar de Caleta en we vragen ze twee biertjes mee te nemen. Handig ! Even later worden ze na mijn koude zonneboilerdouche afgeleverd. Erwin komt even later met twee brazilianen aanzetten, 545 km hebben ze vandaag gereden vanaf La Serena op hun 'brommers', een YBF 125 en Falcon 250 ofzo. Segovia is de bijnaam van een van de twee en als we ooit in de buurt zijn, ergens op de grens met Uruguay...... Tuurlijk !
De Duitsers komen nog even een biertje drinken. Die doen het pas echt rustig aan, zijn al vanaf juli onderweg vanaf Ecuador.

Terwijl we de volgende ochtend de tent inpakken komt er een Landrover naar ons toe gereden. Het zijn de Engelsen weer, ze zaten in een cabaña verderop. We krijgen zijn kaartje omdat hij eventueel nog wel wat verschepers weet. Aardig ! MacCleod heten ze, vandaar dat hij het zo leuk vond dat de boot in Punta Chorros Highlander heette. Ze gaan vandaag naar San Pedro de Atacama, dus misschien komen we ze nog tegen. De Brazilianen vertrokken vanochtend ook al vroeg naar Antofagasta en wij zijn voor ons doen ook best vroeg weg.

In het mooie plaatsje Taltal vinden we een cafeetje waar we eens een keer iets anders dan een visje lunchen. Volgens onze kaart moeten we van daaruit helemaal langs de kust, via de ruta 1 naar Antofagasta kunnen rijden. We zijn het nog lang niet zat om rechts de bergen en links de zee te zien en het kleine stukje dat we vandaag door de bergen reden was best saai. Volgens de gps kan het echter niet en als we dan zo'n honderd kilometer voor Antofagasta toch besluiten door de bergen te rijden (ja we wikken en wegen wat af op een dag) is er helemaal geen afslag te vinden. Op de berg zien we wel een restant van een weg. 10 kilometer verderop zou nog een afslag moeten zijn, maar daar aangekomen zien we twee wegen de bergen in en geen bordjes. We besluiten dan toch maar door te rijden langs de kust en hopen dat er gewoon een weg is. Een paar mensen in een hutje tegen de rotswand bevestigen dat ook, ja hoor, Antofagasta is die kant op. We zien trouwens veel hutjes onderweg van van alles aan elkaar gespijkerd, vlag erop en schaduwdoek eraan en meestal ook nog een tentje ernaast. Het lijken wel vakantiekotjes.

De weg houdt natuurlijk op bij een ravijn, maar daar gaat wel een weg omhoog. Dan moeten we kiezen, links een pad door een rivierbedding omhoog, met dikke stenen dus, of rechts een redelijke piste steil omhoog zigzaggend. We kiezen voor de laatste want daar zien we een verkeersbord. Een flink aantal rottige, steile haarspeldbochtjes later houdt de weg op bij een mijn. Ook weer geleerd: de best onderhouden weg, gast dus naar de mijn ! Pffffft, ach het is pas half zeven 's avonds. Terug naar de mensen die we eerder zagen. Ze vertellen ons dat we toch het andere pad hadden moeten nemen, zucht. We besluiten terug te rijden naar de eerdere afslag, dat is langer, maar wel sneller. Ze vertellen ons welke van de twee we moeten hebben en stoppen ons nog een zakje met nog warme gebakken dingetjes toe. Hmmmm lekker, het zijn een soort oliebolletjes, maar dan in drolvorm, oliedrollen dus !
We rijden steeds hoger over flink hobbelend wasbord, maar we moeten nu wel op de echte weg rijden want we zien weer bermmonumenten. We rijden tot ongeveer 1700 meter hoogte door bruin woestijnberglandschap terwijl de zon steeds verder zakt. Het is ook best een gevaarlijke weg, getuige het autowrak ver onder aan de weg en het bermmonument erbij. Natuurlijk zouden we wild kunnen kamperen, het hier mooi zat en we hebben eten, maar we snakken naar een warme douche, na twee dagen koud douchen.

In het donker geraken we in de buurt van Antofagasta. Het weggetje naar de camping vinden we ook, maar halverwege schrikken we nog even. Een meneer in een tegemoetkonende auto zegt dat de weg alleen naar een mijn gaat. Neee, niet wéér ! Oh ja, naar de camping kan ook. Pfoeiii ! De camping weten we ook nog te vinden, nou ja, camping, we kunnen onze tent precies op het enige vlakke stukje kwijt. Er zijn tafeltjes en stoeltjes rond een naar zeewater ruikend zwembad en er zijn toiletten. Er is geen douche en het water is ook bijna op. Toch kost dit stekje ons slechts 10.000 pesos, zo'n 18 euro....
Erwin gaat bij een paar mensen die aan het bbq'en zijn vragen of er ergens bier te koop is, maar dat is een paar kilometer verderop. Niet getreurd, we krijgen gewoon 4 blikjes van ze ! Ze smaken heerlijk bij de oliedrollen en de pasta die we nog maken.

Weg hier, op naar Antofagasta om te tanken en boodschappen te doen. Bij de touristinfo vertellen ze dat er geen overnachtingsmogelijkheid in Peine is. Omdat ik toch ook nog best moe was van de monsteretappe van gisteren besluiten we over de grote weg naar San Pedro de Atacama te rijden. Onderweg stoppen we bij een 'Museo Ferrocarril', een spoorwegmuseum. Een museum is het niet bepaald, maar we kunnen wel vrij ronddwalen in de halfronde loods waar diverse locomotieven staan en de enorme draaischijf om ze daar te krijgen.
Ondanks de wegwerkzaamheden, ooit wordt alles hier tweebaans, geraken we snel in San Pedro de Atacama.
Wat een schok, al die toeristen hier. Zodra je het stadje in rijdt vanaf de spectaculaire afdaling langs de Valle de la Luna barst het van de toeristen. Zoveel hebben we er in tijden niet gezien. We vinden een mooi plekje op camping Los Perales in de schaduw en met een warme douche, wat een genot ! Uit eten hebben we ook wel weer eens verdiend en het is heerlijk !

Voordeel van het toeristengedoe is dat we eindelijk weer eens kunnen ontbijten met brood en vleeswaren. Verder doen we er niks behalve een enorme was, door het stadje lopen en kijken wat we morgen gaan doen. Hier ook geen Grido, maar een klein ijstentje met ijsjes van lokale producten, zoals ricarica-kruid en algarobbo-vruchten, een of andere gele vrucht.
We hebben gezellige kampeerburen gekregen, Andrew en Shea, al een jaar onderweg met rugzak en tent. Ze zijn vandaag met de bus vanuit Tilcara gekomen. Goh, kan dat ook in één dag ? Wij hebben er maar 7 weken over gedaan :-)

Gisteren, de zesde, hadden we het plan opgevat om langs een groene kloof, de Quebrada de Jere, en een lagune met flamingo's maar de Salar van Atacama te rijden en dan te overnachten in het dorpje Peine om vervolgens langs de andere kant van de Salar terug te rijden maar San Pedro, een rondje van ruim 300 kilometer. Onze kampeerstek werd gelijk ingepikt door een Amerikaan die in la Serena als leraar engels werkt. Na een roerend afscheid van Andrew en Shea, ze willen vaker zulke kampeerburen, hebben we eerst het tankstation gezocht in dit kleine steegjes-stadje.
Het was een beetje bewolkt en daarom leken de enorme bergen links van ons een beetje vaag, maar toch was het een mooi gezicht, zo'n bergketen met een paar vulkanen ertussen. Eerst asfalt tot Toconao, waar in een klein kerkje de helft van de ruimte werd ingepikt door een enorme kerststal, inclusief lagune met flamingo's, coureur locale, zeg maar. Daarna hebben we een wandelingetje gemaakt in de Quebrada de Jere, een wonderlijk vruchtbare smalle kloof, tussen al die droge bergen hier. Er waren mooie picknickplekjes ingericht (die van ons had een los tafelblad dus dat ging bijna een paar keer mis) en Erwin is zo lief geweest onze lunch bij de motoren te gaan halen. Zo mooi als dingen hier er vaak uit zien, zo slecht zitten ze in elkaar, hoppa een paar spijkers erin, moet genoeg zijn.

Op naar de flamingo's. Het asfalt heeft plaats gemaakt voor wederom een keiharde aarden weg, maar dat rijdt minstens zo lekker. De weg naar de lagune gaat een paar kilometer recht de Salar in. Bij een parkeerplaats staat een gebouwtje en daarachter is een lagune met inderdaad een paar flamingo's. Zo waanzinnig mooi als tijdens onze rit tussen het Argentijnse Antofagasta en El Peñon is het allemaal niet,dus het valt een beetje tegen. Om er dichterbij te kunnen moeten we toegang betalen en een stuk lopen, dus we laten deze flamingo's maar voor wat ze zijn. De volgende afslag brengt ons diep in de Salar. We hadden ons verheugd op een uitgestrekte spierwitte vlakte, maar het landschap blijkt lichtbruin en even later iets donkerder bruin te zijn en te bestaan uit grote ruwe brokken met scherpe pieken, alsof een boer heel goed z'n best heeft gedaan met een ploeg in stroperige klei. Volgens de gps loopt deze weg dwars door de Salar en kunnen we een korter rondje maken en vandaag al weer terug rijden naar San Pedro. Bovendien gloort verderop het spierwitte zout in een luchtspiegeling en daar willen we echt eens middenin staan. Jammer, een kilometer of tien verderop mogen we niet verder, vanwege de lithium-exploitatie die er plaats vindt. Hier kunnen we ons zoutvaatje dus maar beter niet bijvullen.

Terug naar de hoofdweg en maar es kijken of er in Peine iets te beleven valt. Bij de herberg staan enorme speakers en de muziek staat goed hard en verder is er echt niks an. Met nog 177 km te gaan en het is pas 3 uur 's middags besluiten we het rondje af te maken en weer naar San Pedro te rijden. De laatste 100 kilometer rijden we op een goede gravelweg aan de andere kant van de vallei tegen de bergrug aan. Dat zou heerlijk moeten rijden, ware het niet dat een keiharde zijwind ons steeds probeert van de weg af te blazen. Dat is vermoeiend en we hebben alleen oog voor het landschap als we even stil staan om bij te komen. Aan de noordkant van ons rondje wordt het landschap weer waanzinnig mooi, links de bruine glooiende bergen waar we de laatste uren langs gereden zijn en links de rode, witte en beige zoutrotsen. De weg naar de zogenaamde Valle de la Luna is helaas afgesloten, best logisch met al die toeristenbusjes die hier af en aan rijden hier, dus we dalen weer af naar San Pedro en strijken neer op onze vertrouwde camping, maar helaas niet op ons fijne plekje. Als ons tentje staat is het al weer etenstijd. We nemen een goedkoop 3-gangen menuutje en drinken er een plaatselijk gebrouwen ricaricabiertje bij. Bekaf kruipen we om 10 uur ons tentje in.

Vandaag even gebruikt om in onze voegen te trekken en deze update te brouwen.

  • 08 Januari 2013 - 14:17

    Lyon En Joke:

    Ha jullie,

    Dit is weer een geweldig verslag en hele mooie foto's, wat hebben jullie het fijn, wij genieten er hier (het wordt eindelijk koud vlgns het KNMI) van mee.
    Liefs en groetjes van ons allemaal.

  • 09 Januari 2013 - 15:34

    Marc:

    Gaan jullie nog langs de Dakar karavaan? :)

  • 14 Januari 2013 - 10:25

    Astrid:

    Wat een schilderachtig landschap.
    dank weer voor het lange verslag.
    Goeie reis verder en tot de volgende update.

    liefs

  • 25 Januari 2013 - 21:15

    Marcel:

    Hallo Erwin en Irene,
    Leuk om te lezen en te zien. Geniet ervan. Hier gaan we morgen weer in de sneeuw en vrieskou de enduro van Enter proberen uit te rijden.... Brrr... Lekker nog even daar in heg mooie weer blijven.
    Groetjes,
    Marcel

  • 26 Januari 2013 - 17:54

    Timo Scheffers (RR Op Het ARM Forum):

    wat een leuke trip. Ook leuk dat je dit met z'n tweeen doet. super. Erg leuke foto's.

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Erwin & Irene

Voorbestemd om regelmatig samen de wereld te ontdekken en daarna steeds weer thuis te komen

Actief sinds 26 Jan. 2008
Verslag gelezen: 609
Totaal aantal bezoekers 131114

Voorgaande reizen:

28 Mei 2023 - 28 Mei 2023

Fietszomer 2023

16 September 2018 - 16 September 2018

Otra Vez

06 December 2015 - 06 December 2015

Revisitando Cuba

01 September 2012 - 28 Februari 2013

Siempre volviendo !

03 Maart 2008 - 25 Juni 2008

Weghanahuis

Landen bezocht: