Hoog, hoger, nog hoger
Blijf op de hoogte en volg Erwin & Irene
29 November 2012 | Argentinië, Cachí
In totaal komen er zo'n 100 foto's bij, als de stamWiFi bij restobar Oliver het wil blijven doen.....
Ruim twee weken geleden vertrokken we uit Purmamarca met als bestemming Tilcara. Eerst deden we een retourtje Cuesta de Lipán, zigzaggend omhoog naar 4170 meter. Daarvoor moesten we door een dikke wolkenlaag, brrr koud en nat en slecht zicht, maar - Erwin had weer gelijk - daar kwamen we bovenuit. Hoog op de pas genieten wij en een klein muisje van onze picknick, terwijl toeristenbusjes af en aan rijden en na een korte stop weer verder gaan. In de verte hoog verder op de berg spotten we een paar vicuñas en op de weg terug naar beneden komen we onze eerste lama's tegen met leuke kleurige stukjes wol om de oren. De wolkenlaag is al weer een stuk dunner en een prachtig landschap ontvouwt zich na elke bocht. Als we even stil staan, voor de zoveelste foto komt er een fiat uno als een idioot langsscheuren en met piepende banden de volgende bocht in duiken. De volgende blikvangers zijn de rotsen bij Maimara. Grote kleurige driehoeken tekenen zich af in de rotsen, niet voor niets heet dit stuk Het Schilderspalet. Bovenaan de begraafplaats die tegen de berg aan ligt staat in witte stenen op de berg geschreven: 'Visite Maimara'. Nou..., zo liever niet !
In Tilcara zetten we onze tent op bij camping/hostel Waira waar de eigenaar helemaal weg is van onze uitrusting. Vooral de Ortliebzijtassen vindtie geweldig en hij wil ze graag overnemen na onze reis. Nog maar zien hoe we dat tegen die tijd gaan regelen. Hij stuurt ons nog snel naar de Pucara want dat is vandaag gratis. Brrr het waait hard op de berg waar van de 11e tot 15e eeuw een vesting was.
We besluiten te gaan eten bij een Peña, een restaurant met traditionele live muziek. We hebben humitas besteld, maisprut, gerold in maisbladeren, maar of je die ook moet eten weten we nog steeds niet. Op het podium verscheen een compleet gezin van pa, ma en 3 weeskinderen als band, allen gehuld in ponchos. Alleen pa keek er ook bij alsof hij het naar z'n zin had. Alle panfluitklassiekers kwamen langs, van El condor passe tot de Beatles.
Het ergste van die avond is dat Erwin z'n fijne pet kwijt is. De volgende dag zijn we alle winkels langsgeweest om te vragen naar zijn gorro, maar helaas. We vinden wel een leuk t-shirt en een artisanale pet in locale kleurtjes in een soortgelijk model.
Van de wandeling naar de watervallen Garganta del Diablo die we de volgende dag willen doen zien we maar af, het waait hard en het stoft enorm, precies in ons gezicht. We lopen maar om de Pucara heen, in de luwte van de vallei. Of we ook helemaal om de berg heen kunnen en terug naar Tilcara weten we eigenlijk niet, nou we zien wel. Gelukkig loopt er een pad naar een boerderij waardoor we in de rivierbedding kunnen komen. Door zand en stenen lopen we terug naar het stadje. Ook weer gelukt :-)
Omdat de gezamelijke keuken bezet wordt door een grote groep studenten gaan we maar weer uit eten. In restaurant El Altitud is het menu spotgoedkoop en het podiumpje, de spotlights en statieven beloven weer muziek. Dit keer zien en horen we een alleskunnermuziekant met niergordel om z'n enorme buik zodattie zichzelf geen liesbreuk blaast. Hij speelt zelf sax, panfluit in vier groottes, traditionele blokfluit, en zo'n mooi klein gitaartje met 10 snaren. De rest van de band staat op z'n iPhone of -Pod. Halverwege de traditionele fluitversie van El Condor Passe gaat de iPhoneband opeens over op een polkaversie, verrassend... En jawel, in de vierde muzieksessie kregen we de boogiewonderland-versie te horen. Het cheapo dagmenu was achteraf best duur want er stond gewoon een extra bedrag op de rekening voor cubierto + musica.
De volgende bestemming is Iruya, volgens de LP een mystiek dorpje ver in de bergen. De weg naartoe is 60 km bergpiste over een pas van 4000 meter, een nog betere reden om erheen te gaan. Op de grote weg komen vanuit het noorden diverse legervoertuigen ook met kanonnen erachter. Er gaat hier toch nergens oorlog uitbreken ofzo ? Is Engeland weer aan het dreigen de Falklands terug te pakken ?
De piste was waaaanzinnig. Ja de A bleef regelmatig hangen want er was wel heel veel wasbord. Vooral na de krappe, steile haarspeldbochtjes omhoog kregende motoren maar moeilijk grip op het wasbord en hakkelden en schudden ze naar boven. Onderweg treffen we een groep fietsers die dezelfde kant op lijken te gaan. Bikkels ! Tot de top waren vooral zachte glooiende berghellingen te bestijgen die een steeds groeiende blik gaven op de veelkleurige Cerro Morado, die met ruim 5000 meter uiteindelijk boven de col uittorende. Daar hebben we natuurlijk een steentje op de enorme steenman gelegd, die ontstaan is om de plek waar locals offeren aan Pachamama. Het barstte er dan ook van de lege pakken en flessen wijn en bier. De inhoud was zo te ruiken geleegd bij het heiligdom. De andere kant van de col was steil en we zigzagden via ontelbare haarspeldbochten de vallei in. Onvoorstelbaar, maar op 3800 meter hoogte zie je hier kleinschalige landbouw en zelfs her en der een boom. Vanuit de hoogte zien we in de verte enorme zigzaggende lijnen die vlak lijken te liggen. Zijn hier ook al Nazca-lijnen ? Nee toch ? Het stond in elk geval niet in de LP :-). Later blijken het 'gewoon' nog meer haarspeldbochten te zijn tegen een enorm brede helling.
Na twee rivierdoorwadingen zijn we dan eindelijk in Iruya dat bestaan uit 2 langere straten steil tegen de helling op en een stuk of wat tussenstraatjes. Doodeng vind ik het om omhoog te rijden en vooral te stoppen op de steile keienstraat en als het eerste hostel veels te duur blijkt, gaat Erwin alleen op zoek naar een andere slaapplek. Ik zie hem eindelijk de straat aflopen om mijn motor op te halen. Ik probeer nog even te keren in het nauwe straatje, maar dat lukt al niet grmbl. Erwin neemt het over en twee tellen later staat hij boven terwijl ik mezelf naar boven sjouw.Tegen de avond komen de fietsers die we eerder zagen het dorp binnen. De laatste 100m is flink klimmen, maar gelukkig voor hun hoeven ze niet zo hoog als ons hostel. We horen dat er ook twee nederlanders bij zitten en Erwin pikt ze er al snel uit. Dat is pittig fietsen hier !
Tijdens het ontbijt op onze veranda de volgende ochtend zien we een grote zwarte vogel boven de berg zweven. Dat zal een condor zijn ! We zitten best hoog in de kloof en als er verderop getimmerd wordt dan weerklinkt het bijna als muziek van de rotsen tegenover. Onze kamperende buurman heeft alles wat wij hebben maar dan net effe anders. Een electrisch kookding, zo'n spiraal op 220, een aluminium pan die hij schoonmaakt met grind, een alumatje om op te slapen en mee in de zon te liggen en een gitaar om op te tokkelen. Zo kan het dus ook. Hoewel... beneden staat een huurauto waarop de naam Karen en iets ongetwijfeld onaardigs is gekrast. We vermoeden dat die auto iets met hem te maken heeft....
Als de zon lekker hoog staat wandelen we via de begraafplaats nog hoger in de kloof naar de mirador, waar we een tijdje gehuld in onze doeken naar de overweldigende bergen kijken en wat fruit eten. Kennelijk is er een tourbusje gearriveerd want we zijn niet meer alleen, om ons heen wordt flink gefotografeerd, niet zo gek want het is erg mooi. Later lopen we de verder de vallei in richting het dorp San Isidro en treffen onze landgenoten weer. Even een dagje niet fietsen, maar 15 km wandelen ! We lopen nog een stukje verder, met onze grote beige meeloophond, tot de volgende rivierbedding. De hond vindt daar een lekkere verse luier, dus op de terugweg aaien we hem maar niet meer zo vaak. We lopen al in de schaduw van de berg terug.
De natuur trakteert ons op de vertrekdag op twee zwevende condors tijdens het ontbijt. Bij vertrek uit het hostel moeten we even wachten op twee stijgende auto's en toen konden we naar benee. Ook de terugweg is weer mooi. De grote berg ligt alleen in de schaduw en is iets minder spectaculair. We treffen ook de fietsers weer en bovenop de pas moedigen we ze aan. We proberen er ook onze benzinebrander uit, gelukkig doetie het dus ook op 4000 meter hoogte en de koffie is precies klaar als onze landgenoten langskomen.
Bestemming vandaag is Abra Pampa, op 3500 meter hoogte. Het landschap is ook nu weer geweldig onder de inmiddels strakblauwe hemel. Na het plaatsje Tres Cruces is het geen Unesco World Heritage site meer, maar de bergen zijn er niet minder spectaculair om. Zelfs op de hoogvlakte waar Abra Pampa ligt, zijn bergen te zien met grote vlakken zand ertegen gewaaid. Je schijnt er ook te kunnen sandboarden. Hotel gevonden en neergeploft op bed. We voelen ons niet zo geweldig. Ik heb alleen hoofdpijn, maar Erwin is misselijk, heeft keelpijn en hoofdpijn. Zou het hoogte zijn ?
We krijgen toch honger en ook onze nieuwsgierigheid moet bevredigd worden, dus we gaan naar buiten. We komen bij het voormalige stationsgebouw en daar staan een hoop mensen iets te eten en te drinken. Nou dat willen we ook wel maar of je nou in de rij moet staan, en waar je kunt betalen wordt niet echt duidelijk. We drentelen een beetje rond en opeens vraagt een mevrouw of we ook 'api con pastel' willen. De pastel is een gefrituurd geval en api blijkt een drank van mais en kaneel en nog een goedje dat het pimpelpaars maakt. Terwijl we op een muurtje genieten van dit bijzondere eten houdt een meneer een toespraak. We kunnen er maar weinig van maken, er zou iets gebeuren, maar dat gebeurt nu pas morgenochtend om 9 uur en iedereen is teleurgesteld. We vragen nog wat er aan de hand is, maar krijgen alleen een vaag antwoord dat ze een bijeenkomst hebben.
We blijven nog maar een dagje in Abra Pampa want Erwin is echt niet lekker. Een dagje in en om het bed dus ! Als we toch even een frisse neus gaan halen is het erg druk bij de kerk en er schalt muziek uit de luidspreker aan de toren. Ah, dat is dus de muziek die in het halve dorp te horen is.
Ook de volgende ochtend schalt er muziek uit de kerk, niet zo gek want het is zondag. Het klinkt zo vals dat het wel live moet zijn. Maar er is hier meer te beleven vandaag, een heuse wielrenwedstrijd. De doorgaande weg is afgezet, alle verkeer moet omrijden door het dorp. De wedstrijd begint met de kleuters, drie doen er mee, waarvan er twee nog met zijwieltjes rijden. Daarna zijn steeds de volgende leeftijden aan de beurt, die steeds meer rondjes moeten. Tegen de tijd dat de echte wielerkoers begint, is het vast avond dus we vertrekken maar eens. We gaan terug naar het zuiden, naar het lager gelegen Humahuaca in de hoop ons iets beter te voelen. De route is iets minder mooi dan op de heenweg want er zijn wolken aan de hemel, de kleuren van de rotsen zijn daardoor iets minder indrukwekkend. Onderweg treffen we een fietser lopend aan. Niks aan de hand, hij is alleen wat moe, zijn twee medereizigers staan 4 km verderop te wachten bij de gendarmeriapost. Ze fietsen in 10 dagen van La Quiaca naar Salta. Maar het kan stoerder, in het hostel in Humahuaca treffen we Antonio, een Argentijn die in juni in Patagonië (brrr koud daar) begonnen is met fietsen en nu hier is, op weg naar het noorden. Hij wil tot Alaska komen, als we het goed begrepen hebben. We hebben een kamertje op de tweede etage met aan beide kanten uitzicht op de bergen. Een soort penthouse dus maar om te piesen moeten we wel naar beneden naar de gemeenschappelijke baños, maar dat hebben we er graag voor over. Het hostel ligt een stukje buiten het dorp dus we hebben dagelijks onze verplichte tippel.
Een van de bezienswaardigheden van het stadje is de klokkentoren van het stadhuis waar elke dag om 12 uur Sint Franciscus verschijnt. Samen met nog een paar drommen toeristen stonden we daar te wachten tot de deurtjes langzaam open gingen en de armen van het beeld heel sloom een paar bewegingen maakte. Niet zo spectaculair als het uurwerk in Praag, zeg maar. De kerk was ook open dus die hebben we ook gelijk bekeken. Jammer dat je geen foto's mocht maken, ook niet zonder flits.
Erwin kreeg al weer bijna krullen, dus op naar de kapper. Dames knipte de goede man niet, maar mij wilde hij ook best wat bijknippen. Kweet niet of ik dat als compliment op moet vatten, maar, toegegeven, het zat daarna best goed. We mochten allebei nog een plaatje uitzoeken, Erwin nam uit de serie 'gaucho' een bbq en ik mocht een hondenplaatje kiezen. 's avonds in het hostel soep met olijven, salami, salade en brood gegeten samen met Antonio de fietser uit Patagonië.
We blijven nog een dagje om bij te komen. We willen nog steeds het noordwestelijke rondje maken, maar dan wel iets fitter. De rotsen achter het hostel lijken een wandeling waard en bij de mirador hangen we ons zeiltje in een eenzame prikkelstruik en genieten we van het uitzicht in de schaduw.
In het stadje is ook nog een museum, het kleinste ooit, met twee kamertjes met archeologische vondsten, maar gelukkig is er een nog kleiner kamertje om even te piesen. Later zien we een verschrikkelijk hoog bepakte KLR, die van een stel uit Florida blijkt te zijn. We hebben ze nog naar ons hostel verwezen, maar helaas, niet meer gezien. Er staat wel een Teneré, met kenteken uit Frans Guyana. Vincent, de eigenaar woont daar en heeft de motor gewoon daar gekocht en betaald met euro's. Hmmmm, jammer toch van Suriname ;-) De volgende ochtend vraagt hij ons nog honderduit over reizen en motoren, want veel ervaring en spullen heeft hij nog niet.
Bij vertrek uit Humahuaca nemen we Antonio's beker mee, want die is hij gisteren vergeten. We hopen hem nog ergens tegen te komen.
Op naar het Noorden, voor de derde keer rijden we het stuk naar Abra Pampa. Sommige stukken leken wel bekend maar toch was het weer mooi. In Abra Pampa hebben we de ripioweg rechts van de doorgaande weg noordwaarts genomen. In het eerste dorpje was het lunchtijd. Eerst even netjes gebabbeld met -naar het leek- de enige inwoner van het dorp, een oud vrouwtje met dikke bril en vieze bruine handen die we toch netjes geschud hebben, die daar haar llamalitas en ovejitas (lamaatjes en schaapjes) en andere beestjes had. Het ouwe kerkje, aan de buitenkant volgekliederd was helaas op slot, zoals bijna alle kerkjes. Misschien maar goed ook want het was behoorlijk vervallen. We konden door een raampje koekeloeren en het leek of het interieur blauw geschilderd was met heiligenplaatjes op de muur.
Na de wat mislukte lunch met groenige ham reden we door een rivierbedding met witte uitgesleten rotsen. En toen ik even een foto maakte vond Erwin het te lang duren, ging keren en liet z'n motor vallen, 3-2 :-) Verderop werden de bergen een beetje kleurloze, bruine saaie boel, maar weer verder verderop waren de bergen goud van het zand dat erop lag. Verder waren er knalgroene valleien met grazende lamas. We reden aan de linkerkant van een enorme hoogvlakte en de volgende bergketen lag kilometers verderop. De weg werd na een van de laatste dorpjes wel een stuk lastiger. Gelukkig zagen we steeds het spoor van een auto op het pad, zolang die er kan rijden, kunnen wij dat ook. Het landschap en ook de weg worden hier gevormd door het water. Het water dat van de bergen stroomt maakt diepe geulen in het pad, waar Erwin sierlijk doorheen hobbelt en ik na een paar keer diep ademhalen ook, maar dan behoorlijk wat stunteliger. De weg lijkt op een gegeven moment niet meer dan een pad over hobbelige rode rotsen naar beneden, maar ook dat lukt zonder kleerscheuren. Her en der zien we huisjes in deze onherbergzame streek, en ze lijken nog bewoond te worden ook. Ook zien we eindelijk vicuñas van dichtbij, mooie ranke beestjes, soort mengeling tussen lama en hert. We komen nog langs een lagune, het zoute blauwe water steekt mooi af bij de omgeving, en zien er zelfs een eenzame flamingo ! In de buurt van een groter dorp wordt de weg wat beter en nog voor het dreigende onweer, dat de laatste uren steeds links van ons boven de bergen hing, zijn we in het hostel in Yavi.
We hoeven de volgende ochtend pas om 11 uur de kamer uit, dus we gaan eerst even naar het kerkje dat om 10 open zou gaan. Een Spaanse markies heeft het eind 17e eeuw laten bouwen. De altaarstukken en preekstoel zijn bijna volledig met goud beplakt. De ramen zijn van 6 cm dikke onyx wat het wel erg donker maakte. De schilderijen waren met het blote oog bijna niet waar te nemen, maar zijn op de foto wel zichtbaar. Het huis van de markies en de bibliotheek met daarin, naar verluid, een eerste druk van Don Quichote hebben we helaas niet gezien. De mevrouw deed net voor ons de deur dicht en rende al roepend weg.
Op naar La Quiaca, voor benzine en onze missie om Antonio z'n beker terug te bezorgen en nieuwe neusspray voor Erwin te kopen. Benzine en neusspray zijn we in geslaagd, het laatste was zelfs gratis, maar Antonio hebben we niet gevonden. Her en der gevraagd maar niemand had hem gezien. De beker hebben we achter gelaten onder een bord bij de ruta 40.
We hebben ooit bedacht deze weg te nemen, niet wetende dat het een nogal bekende route is, ruim 5000 km van Patagonië naar Noord-Argentinië. Er blijkt zelfs een speciale website van te bestaan, www.ruta40.gov.ar! Het lijkt normaler om em van zuid maar noord te rijden want alle bordjes, ook voor bijvoorbeeld wegwerkzaamheden staan achterstevoren en we komen meer reizigers tegemoet dan dat ze dezelfde kant op gaan. Een fijne bochtige piste leidt maar het dorpje Santa Catalina, waar we na enig zoeken kunnen slapen bij een ouder echtpaar. Er is voor ons geregeld dat we om een uur of 8 kunnen eten bij een mevrouw in het dorp, Sylvia Quispe. Als we daar na enig zoeken en navragen aankomen, staat ze op het punt om naar de kerk te gaan. Om half tien kunnen we terugkomen. Het blijkt de feestweek voor de patroonheilige te zijn, dus er wordt wat vaker kerk gegaan dan normaal. Over een paar dagen is er een groter feest met lokale markt, maar het dorp is te saai om een paar dagen te blijven, en de bergpistes lonken !
Tijdens het ontbijt, dat is hier steevast geroosterd brood met dulce de leche en voor ons een koppie thee sin ipv de standaard café con leche, komt de mevrouw er gezellig even bij zitten voor eem babbeltje. Ze is 72, onderwijzeres geweest, (klinkt bekend :-)) kinderen wonen allemaal in Jujuy, nou ja van alles. Het huis blijkt oorspronkeljk 18e eeuws en is al die tijd van de familie van haar man geweest. Na vertrek gaan we nog op zoek naar Hector Farfan want die zou benzine verkopen. Helaas, hij is er niet. De rit naar El Angosto, het allernoordelijkste puntje is nu zeker niet mogelijk, we zouden de volgende benzinepomp in Susques, ruim 250 km verderop dan mogelijk niet halen. We weten niet hoeveel de motoren op deze hoogte verbruiken en denken max 350 te kunnen rijden op 1 tank en we hebben al 80 gereden na de laatste tankbeurt. De weg liep in het begin over korte glooiende heuveltjes met steeds diepe valleitjes en steevast een doorwadinkje.
Onderweg zien we zo nu en dan windhoosjes ontstaan en eentje treft ons allebei vol van voren, pfoei wat een hoop stof en we voelen zelfs kleine steentjes op ons pak en helm.
De route gaat ook 11km lang door een rivierbeddingbedding tussen de geweldige rotsformaties door. Ik heb geprobeerd een filmpje te maken door de camera in'n helm te klemmen, maar helaas, je zag alleen m'n helm en aan de bovenkant wat vaags. Zonde !
Schaduw is schaars in de bergen, dus creëerden we in een van de vele volgende rivierbeddingen een schaduwplekje door een doek tussen de motoren te spannen.Toen we eenmaal zaten vielen de zwartbruine dropjes tussen de stenen wat beter op, lamapoep !
Halverwege in de prachtig rode Valle de la Luna besluiten we door te rijden naar Susques en niet tussendoor een slaapplaats te zoeken in het dorp CusiCusi. Daarvoor moeten we namelijk een stukje om en dat zou net teveel benzine kunnen kosten. We proberen zo zuinig mogelijk te rijden, het laatste wat we willen is ergens bergop stil komen te staan.
Ieder dorp heeft z'n naam in witte stenen op een berghelling gelegd. Wat een werk. Het dorp Liviara zien dan ook al van verre aangekondigd. In het dorp zien we een paar brommertjes rijden, dus moet er benzine te krijgen zijn. Ja, bij de gomeria (bandenplakker) annex buurtwinkel kunnen we elk drie liter bij laten vullen. Dat rijdt toch opeens wel een stuk relaxter.
We stijgen daarna nog tot ruim 4400 meter, 4444 zelfs op Erwins gps. Als we nog 60 km te gaan hebben staat Erwin stil, niet voor de zoveelste foto, maar omdat z'n koppelingskabel gebroken is. En daarvan hebben we deze keer bewust geen reserve meegenomen omdat we er in Afrika voor niks een extra mee hadden en het door de oliekoeler ook niet makkelijk paste. Dat wordt dus zo weinig mogelijk stoppen waardoor we van het laatste stuk naar Susques maar weinig foto's hebben. En de weg ging nog wel zo spannend smal langs een steile berghelling. Je zult daar met je auto een tegenligger treffen..... We stoppen nog wel even bij twee fietsers die de berg oplopen, niet zo gek, tis steil en veel wasbord. We treffen ze later weer bij het hostel waar ze gelijk aan het bier gaan. Ongelofelijk dat mensen op deze hoogte kunnen fietsen. En ze komen niet eens uit de bergen, maar uit Buenos Aires. De motoren mogen door het restaurant op het plaatsje achter staan, daar staan ze veilig.
Erwin probeert met het reparatiesetje de koppelingskabel te repareren, maar het tonnetje kan de kracht die erop komt niet aan. Morgenochtend maar op zoek naar eem moto-taller (=werkplaats) ofzo.
De dag van de koppelingskabelreparatiezoektocht is aangebroken. Hebben we eindelijk de plaatselijke garage gevonden, nou ja garage, half overdekt binnenterrein met bak gereedschap en een compressor, negeren ze ons eerst een beetje vervolgens sturen ze ons naar de buurtsuper ernaast. Daar hebben ze wel een fietsremkabel - best bijzonder - maar geen tonnetjes. Terwijl Erwin terug in het hostel bezig is het grotere tonnetje uit het reparatiesetje aan de kabel te zetten, worden we geroepen door Gladys, de hostelmevrouw. Het kerkje aan de overkant is eventjes open. Camera snel gepakt en naar binnen. Het kerkje is uit 1598, dak van cactushout en suikerriet, aarden vloer en nog oorspronkelijke muurschilderingen. Mooi plekje, maar we worden weer teruggeroepen naar het aardse als we er voor de tweede keer op worden gewezen dat we toch wel een donatie moeten doen. Na ons gaat de boel ook weer op slot. Erwin gaat terug naar de garage om dan maar het gat in de koppelingshendel wat groter te maken, zodat het tonnetje past. De boormachine met het iets te kleine boortje werd aangesloten met twee losse draadjes ergens achter. Maar het werkt en Erwin is weer blij. Voor de zekerheid gaan we toch maar op zoek naar WiFi om eea in gang te zetten om aan een nieuwe kabel te komen. Bij het restaurant met WiFi treffen we twee opleggers met twee RedBullRenault-racewagens. Ze blijken promofilms aan het maken te zijn en waren eerder die dag bijvoorbeeld bij de Cuesta de Lipan, waar wij een paar dagen geleden ook nog waren. Foto's maken mag niet, maar dat zei de goede man net iets te laat :-) Het restaurant zit vol mannen met RedBull-kleding die naar de autoraces op tv kijken en we kunnen nog net een tafeltje krijgen.
's middags hebben we de koppelingskabeltestrit naar Salares de Olaroz gemaakt. Het witte zoutoppervlak was te ver van de weg, dus namen we een pad door de lagune dat bedoeld was voor de zoutwinning verderop. En nog kwamen we niet bij die verwachte dikke witte zoutlaag. Nou ja, we hebben een fijn ritje gemaakt, test is geslaagd, we gaan maar terug en zien ergens anders vast nog wel een zoutvlakte. Bij het hostel flansen we een salade in elkaar, want we willen iets meer vitamines dan de slappe sla en een halve tomaat die je hier kunt krijgen. Erwins verkoudheid is nog niet weg en ik heb me ook wel fitter gevoeld. Gelukkig hebben we op de motor nergens last van.
Het is alweer zondag en de kerkklokken aan de overkant worden geluid. Gladys merkt terloops op dat de mis om 10 uur begint. Aha, we moeten dus een beetje doortuffen. We krijgen op de stoep nog snel een omhelzing en weg is ze.
Vergeleken met gisteren is het eigenlijk best een saaie route, brede snelle pistes maar wel met veel wasbord en een paar mooiere stukken. In het dorpje Huancar werd volop gevoetbald, zowel aan begin als eind van het dorp was een veld. In het dorpje Pastos Chicos hebben even bij het ieniemienie kerkje gekeken waar witte en lichtblauwe linten crepepapier aan het plafond hingen. Niet zo mooi gedecoreerd als het kerkje in Susques maar ook wel heel oud. Al snel kregen we zicht op de Tuzgle-vulkaan en die bleef in beeld tot we dichtbij waren en de top achter de bergen ervoor verdween. Inmiddels reden we door een canyon met enorme rotsblokken die soms maar op een punt leken te balanceren. Prima lunchplek in de schaduw van zo'n blok.
Terwijl we de vulkaan alleen nog in onze spiegels konden zien reden we de hoogvlakte uit. Eerst nog even door een gemene bak met diep zwaar zand, woehaaa wat was ik bang. Gas blijven geven en vooruit blijven kijken, waar Erwin staat moet het over zijn. Kapot was ik, klotezand, maar ik ben overeind gebleven !
Daarna volgden gelukkig weer fijne, smalle steenpaadjes door de bergen tot het mooie Viaduct de Polvorillo waar de dure toeristentrein naar de wolken, de Tren de las Nubes overheen rijd. Daar treffen we vier Argentijnse motorrijders met zware motoren, die graag wilden weten hoe de rest van de route was. Vooral mooi dus, maar toch veel succes jongens ! Naar de Mina de causalidad mochten we niet.
In San Antonio de los Cobres is het eerste hospedaje vol, de tweede onvindbaar, de derde mega ouwe sannie en bij de vierde hebben we net de laatste kamer, hoera. Erwin controleert zijn koppelingskabel nog eens, hopelijk zijn het alleen de uitstekende draadjes die een raar gevoel geven.
We lopen een rondje door het stadje, naar het station van de Tren de las Nubes. Onder ons in het dorp zien we een stofboel en veel auto's. Zal wel een transportknooppunt zijn ofzo. Als we weer naar beneden lopen horen we gejuich en getoeter. Er blijkt een voetbalwedstrijd te zijn en die is net afgelopen. Pickups, auto's en vrachtwagens volgeladen met mensen rijden weg. Ergens vanuit een woonkamer worden superpancho's verkocht (hotdogs) en we krijgen er cola bij. De jongen vertelt dat het om een kampioenschap gaat van alle provincies, dat hier in de buurt in vier plaatsen gespeeld wordt. Vandaar dus dat slaapplekken wat schaars zijn. De lekkere kleffe pancho met stukjes chips erop is op dus we gaan weer. De panchojongen doet bij het afscheid nog de groetjes aan heel nederland, bij deze !
Bij het avondeten hebben we een beetje spijt van de pancho want we krijgen een enorm bord vol lamastoofpot en soep en een toetje en wijn.
Voor de verdere route naar het zuiden kunnen we kiezen tussen een weg door de Salinas Grandes, een echte zoutvlakte, of we vervolgen de Ruta 40, die ons op 4895 meter zal brengen op de Abra Acay. We kiezen voor het laatste, zo hoog zijn we nog nooit geweest, laat staan met de motor. Nog geen 40 km na ons vertrekpunt staan we ruim 2000 meter hoger en nog mooier, we kunnen op deze hoogte de Salinas in de verte zien liggen. Erwins gps geeft zelfs aan dat we op 4970 meter hoogte zitten. Het waait er behoorlijk, maar gelukkig heeft men de moeite genomen een muurtje te bouwen. In de luwte, met onze petjes op en colletjes tot over onze oren getrokken ter bescherming tegen de zon, stookt Erwin de benzinebrander op en even later genieten we van onze hoogste bakkie ooit. De afdaling is spectaculair, de rotsen hebben zoveel kleuren, echt de foto's zijn er niets bij en beschrijven heeft gewoon geen zin. Scheelt ook weer een lap tekst ;-)
Onze eindbestemming Cachi ligt op 2300 meter, dus we dalen vooral af. We treffen onderweg nog een mineralenzoeker; met z'n quad rijdt hij de bergpaadjes op en af op zoek naar koper, zilver en andere mineralen. Na het afscheid hopt hij weer naar de bergwand en gaat tikkerdetik met z'n hamertje aan de slag. Er verschijnen weer cactussen op de bergwanden, de valleien worden groen en er zijn weer bomen en akkers met gewassen. In het laatste stuk van de vallei kronkelt de weg langs rode rotsen tot we het asfalt bereiken. In Cachi zoeken we de camping op want we willen graag weer eens in ons tentje liggen. Hier moet dat weer kunnen met de nachttemperatuur. Cachi is een mooi stadje met wit gepleisterde huisjes en een paar terrasjes. Op een daarvan ontmoeten we landgenoten José en Karl, waar we die avond gezellig mee eten. We treffen ook nog twee Chilenen die twee man begeleiden op hun tripje door de Andes. Ze rijden een dag of tien met drie BMW's en één pickup voor bagage en noodgevallen en zijn best jaloers als ze over onze trip horen. Terecht !
We zijn nu nog steeds in Cachi, heerlijk om 's morgens rustig aan te doen op de camping, een wandelingetje te maken, nog wat te luieren, ijsje eten, muziekje luisteren, boekje lezen, eten maken of uit eten en het blog weer te updaten ! Het lijkt wel vakantie ! Ook de verkoudheid en vermoeidheid zijn er nog. De hoogte en de superdroge lucht zijn er vast niet echt bevorderlijk voor geweest.
De camping is prima, 's avonds warm water en het kost maar 30 pesos per nacht, 5 euro dus. Tegen de avond steekt de wind op, maar onze tarp doet het ook erg goed als windscherm. Er hebben zich ook weer twee honden gemeld die ons gezelschap houden. De eerste avond was er alleen een vrouwtje, maar een dag later had ze ook een vriendje en ze waren echt de hele dag aan het ravotten. Soms komt er een ander mannetje en dan is het effe spannend en wordt er gegromd en gevochten.
Morgen pakken we de boel weer op en trekken we verder naar het zuiden, via welke route weten we nog niet, want er is te veel keus....
-
29 November 2012 - 09:21
As:
zo dit is wel andere koek dan die groene vlaktes!
x assie -
30 November 2012 - 02:42
Catinka:
Wat een geweldig verhaal en schitterende foto's!!!!! Wat een avontuur......
Bedankt weer voor het meegenieteen........ -
30 November 2012 - 09:51
Astrid :
Dank jullie voor het enorme verhaal en de vele foto's!
Ik heb ook weer erg gelachen. (Misschien moeten jullie een column beginnen als jullie weer thuis zijn).
Goeie reis verder.
xx As -
30 November 2012 - 15:45
Marjan:
Wanneer komt jullie boek uit !!!
Jullie verhaal leest als een trein (naar de wolken ).
Geweldig gedaan ! -
01 December 2012 - 11:54
Marijke:
Ben er weer even voor gaan zitten, genoten weer! Wat een prachtige foto's ook.
-
03 December 2012 - 22:01
Linda:
Ieieieie, wat een enge muis! -
03 December 2012 - 22:03
Linda:
Of is het een rat? Hoe dan ook: eng daar, in de hoge bergen! -
04 December 2012 - 19:09
Carl En José:
Hé mensen met goed leven!
Wij zijn weer in NL...bijna geen verschil in temperatuur :(
Geweldige foto's, ook de teksten zijn goed!
Iguazú beviel goed, ook sao Paulo gedaan... best groot ook, volgens Wiki P 11.316.149, dus iets meer Cachi ...
Veel plezier nog daar hé, en hou vol!
C&J -
04 December 2012 - 20:16
Rainier:
Foto's prachtig, verhaal zo mogelijk nog beter! -
09 December 2012 - 19:42
Maurice:
tjonge, weer genoten van de mooie foto's en alle beschreven details!!
Ga zo door
Groetjes
Maurice -
23 December 2012 - 14:30
Gert (128e):
Wat een geweldige reis, mooie foto's en verhalen.. geniet er ervan1
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley