14. Feliz año nuevo - Reisverslag uit Tupungato, Argentinië van Erwin & Irene - WaarBenJij.nu 14. Feliz año nuevo - Reisverslag uit Tupungato, Argentinië van Erwin & Irene - WaarBenJij.nu

14. Feliz año nuevo

Blijf op de hoogte en volg Erwin & Irene

09 Januari 2019 | Argentinië, Tupungato

Terwijl we de planning maakten voor de terugreis richting Valparaiso kroop de klok richting 2019. Met een lekker biertje op tafel en de gangen van het diner die elkaar rustig opvolgden was het opeens middernacht. We kregen niet de champagne die op het menu beloofd was, maar iets zoets met bubbels in een champagneglas. Ach, als je maar kunt proosten toch ! Wildvreemden kwamen naar ons toe om ons een Feliz Año te wensen maar later bleken die ook in ons hotel te verblijven. Minder vreemd dan we dachten dus :-) En de andere man bleek de eigenaar van het spul te zijn, die ging iedereen af. Qua muziek begon 2019 matig... Kennelijk was iemand fan van italodisco: Modern Talking, Rick Astley, ze kwamen allemaal voorbij. Bij Gloria van Laura Braningan barstte iedereen opeens in zingen uit en iemand maakte zelfs een dansje. Via een verrassende omweg naar Eurythmics, INXS en New Order keerden we toch weer terug bij de Italodisco en was het tijd om af te taaien, de straat over te steken en naar bed te gaan. De wekker zou de volgende ochtend gewoon weer om acht uur gaan.

De Ruta 40 die we een paar jaar geleden ook al vanaf het noorden volgden, zou ons op Nieuwjaarsdag over de Ruta de Siete Lagos voeren, de 7-merenroute. Een prachtige asfaltroute door de bergen en inderdaad langs flink wat meren. Hoeveel we er gezien hebben weten we niet precies meer, maar het waren er wat minder dan zeven. We waren er trouwens niet de enigen, menig Argentijn was in z'n autootje met familie aan het cruisen langs de lagos. Dat ging meestal niet zo heel hard en er waren ook nogal wat ouwe autootjes bij die bergop behoorlijk konden roken en stinken. Onze motortjes mochten dus heel wat inhaalmanoeuvres maken.
Nieuwjaarsdag is natuurlijk een mooie dag om de wereld te veranderen. We kwamen langs een beek die zich precies bij de weg weg splitste in twee stromen. De ene ging naar het meer aan de noordkant dat uiteindelijk in de Stille oceaan vloeit, de ander naar een meer aan de zuidkant dat naar de Atlantische oceaan voert. Het water heeft daar natuurlijk geen benul van en maakt heus geen keuzes ofzo. Het gebeurt gewoon en daar is niks aan te veranderen. Behalve als Erwin in de buurt is. Die staat opeens water van de ene in de andere stroom te scheppen met zijn handen. Dus mocht er opeens wereldvrede uitbreken dit jaar, dan zou hij dat veroorzaakt kunnen hebben !
Onderweg stopten we nog om iets te eten te kopen, maar brood was er niet en we moesten het doen met twee bananen en een zakje chips als lunch. Opeens werd ons oog getrokken naar een jongen op een motortje die letterlijk kwam aangewiebeld. Zijn voorwiel had echt een enorme kronkel. Of we em konden helpen z'n wiel een beetje recht te buigen want hij moest nog 25 kilometer. Kansloos natuurlijk dat dat zou lukken. Even later zagen we em in de schuur achter het winkeltje en werd er wat gereedschap bij gehaald. Geen idee hoe het afgelopen is, maar we weten wel weer waarom we zo onze twijfels hebben bij motoren van chinese makelij...Die nacht sliepen we in San Martin de los Andes waar we lekker een hostal geboekt hadden, want het is 's nachts toch best koud hier, zo rond het vriespunt.

Verder naar het Noorden weer, we zijn inmiddels echt op de terugweg. Het bos- en waterrijke landschap van gisteren veranderde meer en meer in een droge, dorre en wilde boel. De weg klom en klom de bergen in en we zoefden door de woestijnachtige landschappen. Toen wisten we weer wat we toch zo mooi vinden aan Argentinië en wat we in Chili tot nu toe een beetje gemist hadden. Van die traag slingerende wegen door brede rivierdalen met aan weerszijden een bergketen die telkens van kleur verschiet. En met regelmaat moet er dan weer een hoogte overwonnen worden waarna weer een nieuw landschap zich openbaart. Na een kilometer of 40 asfalt zegden we de Ruta 40 weer even vaarwel en namen de Ruta 23, een kleinere onverharde weg die ons met de knalblauwe Aluminé-rivier meevoerde. Prachtige rotsformaties onderweg en ook de camping waar we die dag belandden was aan de rivier gelegen met aan de overkant weer van die prachtige rotsen. Erwin zag dat echter maar met anderhalf oog, want die was vlak voor de camping in botsing gekomen met een bij die hem tussen helm en crossbril door in zijn slaap wist te steken. De boel zwol er flink van op, arme Erwin. Die heeft echt een paar dagen met een Elefantman-achtig gezicht rondgelopen. Tuurlijk hebben we wel goed in de gaten gehouden of er niets meer aan de hand was, want zo'n steek op die plek kan ook best gevaarlijk zijn.
De temperaturen waren inmidddels weer lekker opgelopen, wat een verschil kunnen zo'n tweehonderd kilometer maken. We rijden weer rond met alle ritsen in onze jasjes helemaal open om wat koele lucht te pakken. We schatten dat het een graad of 30 is. We maken een uitstapje naar het Westen en besluiten de hooggelegen Termen van Copahue te bezoeken. Volgens de weerapp zou het daar op zo'n 2000 meter 's nachts erg meevallen met de kou. En het wordt ook wel eens tijd om in een warm bad te gaan liggen weken, dat hebben we deze reis nog helemaal niet gedaan. Het is een flinke etappe van 220 kilometer, die ons weer door onwaarschijnlijk mooie landschappen voert. We rijden opeens door een soort duinlandschap (goddank is de weg wel lekker hard) met van die Araucaniabomen (Monkeypuzzletrees) die we ook aan de Chileense kant zagen. Zoooooo mooi en er is verder bijna niemand te bekennen. We komen vlakbij een van de grensovergangen met Chili weer op de grote weg uit en zoeven over het strakke asfalt weer van zo'n 1900 meter hoogte naar lagere regionen. De weg wordt kaarsrecht en het landschap wordt steeds leger en bestaat alleen nog maar maar uit kleine bosjes, bergen in de verte en her en der wat kuddes geiten of koeien of een gaucho met wat paarden of honden. Met die geiten en koeien is het nog oppassen geblazen want er zijn er bij die op het laatste moment toch nog besluiten over te steken. Er is in geen tientallen kilometers nergens een spatje schaduw te bekennen om in te lunchen. We snappen ook niet waar die gauchos vandaan komen of heen gaan want er zijn geen huizen of hutjes te zien. Pas ruim na de volgende afslag die ons uteindelijk weer naar een rivier voert komen er weer wat bomen in zicht en maken we dankbaar gebruik van hun schaduw.We naderen de vulkaan Copahue waar het dorp zijn naam aan dankt. Het is niet zo'n mooie puntige vulkaan maar er komt wel een continue wolk uit de flank. Eenmaal op de camping gooien we alles wat warmte kan geven in de tent, want we geloven helemaal niet dat het vannacht niet koud gaat worden. Het dorpje ligt in een soort amfitheater van rotsen en er ligt gewoon nog sneeuw op loopafstand. Die spullen liggen er dus 's nachts allemaal voor niks want het wordt inderdaad niet koud. De volgende dag realiseren we ons dat dat natuurlijk te maken heeft met de warme bronnen hier. In het dorp zijn een paar grote poelen en sommige zijn zelfs zo'n 80 graden. Verder borrelt en bubbelt het overal. In de hoek van de camping is zelfs een geisertje waar gelukkig geen water uitspuit, maar waarvan het geborrel wel continue hoorbaar is. En de geur... het ruikt overal naar zwavel.
De volgende dag trakteren we onszelf op dagje termen. Eerst mogen we onszelf helemaal insmeren met modder, 5 minuten in laten trekken en dan maximaal 20 minuten het modderbad in dat de grootte heeft van een gemiddeld campingzwembad. Het is niet diep, je kunt er bijna op de smurrie-achtige grond zitten maar je moet wel steeds in beweging blijven want er komt echt loeihete lucht of stoom uit allerlei kleine gaatjes op de bodem. En daar poedel je dan met een man of twintig, waarvan alleen de koppies boven het bad te zien zijn. Voor de volgende behandeling - tis echt een medicinaal gebeuren daar - moet je eerst minimaal een uur rust houden, dus we gaan maar lunchen op de camping. 's Middags dobberen we nog 20 minuten in een ander groen bad en dan houden we het medicinaal badderen weer voor gezien.
Er is maar een echt restaurant in het dorp en daar eten we twee avonden achter elkaar. Erwin neemt wraak op de overstekende geitjes door de specialiteit van de grill te nemen: chivito, geit dus. Ik hou het bij een lekkere sappige bife de lomo, biefstuk !
De weg richting bewoonde wereld die we de volgende dag nemen loopt een stukje langs de Rio Agrio. Dat is kennelijk een behoorlijk ijzerhoudend watertje want de oevers zijn helemaal roestbruin gekleurd. Mooi contrast met de blauwe rivier geeft dat. Verder zigzaggen we hoog boven een enorm rivierdal met bergen met allerlei kleuren tot pimpelpaars aan toe. Het gekke is dat ze geelgroen zijn als je achterom kijkt. Dan zie je kennelijk de plantjes die er groeien. Beetje jammer dat het inmiddels flink is gaan waaien. Er zijn stukken bij met vervelend rollende keitjes en die combinatie is best eng met zo'n afgrond vlakbij.
In het plaatsje Chos Malal lukte het met enige moeite om de tent op te zetten. Het waait echt keihard en we gebruiken zelfs de scheerlijnen. Als we terugkomen van het boodschappen doen is de camping volgestroomd met andere reizigers, maar de wind is gelukkig gaan liggen. Ons plekje is ingesloten door een paar pickups met caravanopleggers erachter uit Brazilië met alles erop en eraan. Ze zijn blijkens het opschrift op "expeditie" door Zuid-Amerika. Ohkeee, met douche aan boord is dat vast geen krepeervakantie !
Er staan ook grappige minicaravannetjes. Daar kun je met twee personen in slapen en achter zit een keukentje achter een luik. We komen ze regelmatig tegen en vinden ze superleuk !
Terwijl de avond valt gaat het volume van de grote box van een groep aan de overkant van de camping flink omhoog. De hele avond hetzelfde lambada-achtige deuntje met een flinke bass erachter, maar het zijn steeds andere liedjes. Dat wordt weer oordopjes in vannacht !
In Chos Malal blijkt op zondagochtend niets open, ook de winkel niet die beloofde om wel open te zijn om 9 uur en vers brood te hebben. Met hongerige buikjes lopen we door het stadje en wachten bij de supermarkt die om 10 uur open gaat. De temparatuur is inmiddels al flink opgelopen, dat wordt weer een warm dagje. Tijdens ons ontbijt zetten andere overburen op de camping ook een gezellig muziekje op. Ondanks het snellere tempo en de vette beat erachter herkennen we er allerlei Hollandse hits in, zoals Que si, que no, van Jodi Bernal en De meeste dromen zijn bedrog van Marco Sorbato. Tsja, wie heeft nou wat van wie gejat ? Een ding weten we wel, deze versies zijn echt ontzettend vals gezongen. Inpakken en wegwezen dus.

We nemen ook vandaag weer niet de hele Ruta 40. Die draait rechtsom de Tromenvulkaan maar er loopt ook een kleinere weg links. Die lijkt ons wel wat. Geen vrachtverkeer en andere ongemakken :-) De route is inderdaad geweldig. Een prachtige harde tweesporige piste met een vulkaan die allerlei kleuren heeft, een mooi meer ervoor en natuurlijk een dikke vette zwarte lavastroom. Waanzinnig wat zien we toch mooie dingen !
Tegen de tijd dat we in het gehuchtje Barrancas aankomen gaat de wind weer aan. En hoe ! Het dorp is echt een grote stofboel, en dat is ook zo in onze tent. En het blijft die nacht goed waaien ook. Op de camping staat ook een Duits stel die met een camper met zebrastrepen onderweg zijn. Die hadden we in Copahue ook al gezien en ze blijken daar inderdaad ook geweest te zijn. Ze zijn jaren geleden ook op de motor door Chili en Argentinië gereisd, met de kinderen in een zijspan. En ze blijken Enzo en Martina van Villa Kunterbunt ook te kennen. Heel grappig, wij kijken wat jaloers naar hun luxe camper en zij kijken wat jaloers naar onze motoren. Toch ruilen we maar niet :-)
Volgens de weerberichten waait het de volgende dag nog iets harder, dus boeken we een appartementje in de volgende bestemming Malargüe. Handig hoor, dat internet, je hebt zo wat gevonden ! Geen zin in nog meer stofhappen anders dan onderweg. Het stuk Ruta 40 dat we vandaag nemen is berucht. Het is de enige doorgaande weg noordwaarts, maar dit deel is nog onverhard. De boel wordt te zijner tijd wel geasfalteerd, maar voorlopig zijn ze nog bezig met het bouwen van bruggen etc. Dat betekent dus ook nog allerlei wegomleidinkjes die nog slechter zijn. Vooral het laatste stuk is best vermoeiend. Een dikke laag grind waar diepe sporen in zijn ontstaan, waar je op de motor dus in moet zien te blijven. In het begin rijden we overigens lekker in de zon met hele gekke wolken boven ons. Het lijkt wel opgeklopt eiwit met wat grijs erdoor en dan van onderaf bezien. Dikke romige wolken dus die aan de onderkant plat zijn. Verderop ziet alles er behoorlijk grauw en grijs uit, je zou bijna denken dat het er regent, maar dat bijkt toch allemaal stof te zijn dat over het enorme uitgestrekte landschap trekt.
De laatste 30 kilometer tot Malargüe komen we uit de bergen en dalen we af op een lange weg met maar een paar knikjes tot een vlakte waar tot de stad weer weinig te zien is. Aan de rechterkant dan, links zien we telkens nog de bergen. Bij het tankstation in Malargüe treffen we de Duitsers weer. Met een auto is het dus toch niet zoveel langzamer op het onverharde. Met de motor stoppen we natuurlijk veel vaker, maar hij zal ook wel stevig doorrijden denken we. We nemen weer afscheid, maar we hopen elkaar onderweg nog wel een keer tegen te komen.
Even lekker douchen en dan gaan we maar aan de wandel. Onze blik wordt getrokken door een paar grote machines in een werkplaats. Natuurlijk mogen we binnenkomen en we krijgen gelijk een rondleiding langs alle machines waarmee simpel gezegd motorblokken kunnen worden gereviseerd. Superaardige mensen die ook alles wilden weten over onze reis. Bij het afscheid kregen we ook nog een kalender mee. Die is uiteindelijk door gebrek aan plek in de vuilnisbak beland maar we hebben er natuurlijk wel een foto van gemaakt.

We verheugen ons al erg op de volgende dag want dan staan een zoutveld en de Canyon de Atuel op het programma. Een onverharde weg door een canyon met kleurrijke rotsformaties. Daarvoor moeten we eerst nog zo'n 150 kilometer saaie rechte weg afleggen. 80 daarvan gaan echt kaarsrecht door het niks. Heel erg in de verte kun je nog wat bergen zien liggen maar verder zijn er alleen maar struikjes. En dan toch eindelijk wordt er een witte streep zichtbaar in het niks en die wordt steeds groter. We mogen gewoon het zoutveld oplopen, maar bij de grote berg gewonnen zout moeten we niet te dichtbij komen. Het is dan wel geen Uyuni, maar toch is het grappig om er te lopen. Zelfs hier kun je echt niet inschatten hoe ver het doorloopt.
De canyon is echt onwaarschijnlijk mooi en er lijkt maar geen einde aan te komen aan de kronkelende weg en bizarre rotsen en de veelheid aan kleuren. Maar ook hier zijn we niet alleen. Er wordt in gewone autootjes heel langzaam over het rotsige pad gehobbeld. Gelukkig krijgen we meestal de ruimte om even te passeren. Als de weg weer asfalt wordt en door het minder diepe deel van de kloof voert is het effe schrikken. Langs de kant staan overal jongetjes en meisjes met flyers te wapperen en het is druk met bussen (oude dus wel leuke) en her en der komt harde muziek uit grote boxen. De rest van de rivier blijkt zeer populair te zijn om te raften. De campings blijken er ook superduur, maar we kiezen er toch maar een want we hebben genoeg gereden. Die avond eten we de slechtste pizza ooit en besluiten dan ook om de volgende dag maar weer te vertekken. Het geplande dagje luieren langs de rivier was niet zo aantrekkelijk meer. Op naar de wijnstreken !

Na een flinke dag rijden zijn we nu beland in de Valle de Uco, ten westen van Mendoza. We staan op een camping waar het warme douchewater afkomstg is van een houtgestookte boiler, waar het niet waait en de tent op een mooi stuk gras hebben opgezet. De wereld ziet er opeens weer heel anders uit. Morgen gaan we een paar wijnhuizen bezoeken. Op de motor helaas- we konden geen huurfietsen vinden- dus we moeten echt alles uitspugen. Voor 's avonds vinden we vast wel ergens een lekker flesje !

Plaatjes: https://erwindob.smugmug.com/Travel/Zuid-Amerika-2018/14-Feliz-año-nuevo/

  • 23 Januari 2019 - 06:25

    Hanno:

    Ziet er allemaal erg mooi uit. Veel plezier nog de laatste paar weken.

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Verslag uit: Argentinië, Tupungato

Erwin & Irene

Voorbestemd om regelmatig samen de wereld te ontdekken en daarna steeds weer thuis te komen

Actief sinds 26 Jan. 2008
Verslag gelezen: 230
Totaal aantal bezoekers 130720

Voorgaande reizen:

28 Mei 2023 - 28 Mei 2023

Fietszomer 2023

16 September 2018 - 16 September 2018

Otra Vez

06 December 2015 - 06 December 2015

Revisitando Cuba

01 September 2012 - 28 Februari 2013

Siempre volviendo !

03 Maart 2008 - 25 Juni 2008

Weghanahuis

Landen bezocht: